Writers Wednesday: Marjet Huiberts

Over de auteur:

Marjet Huiberts (1960) was na haar theateropleiding een tijdlang docent dans in het basisonderwijs. Daarna begon ze met het schrijven van liedjes en verhaaltjes voor Sesamstraat. Inmiddels schrijft ze al een hele tijd kinderboeken, waaronder Ziza wil geen ninja zijn en de series over Aadje Piraatje en Ridder Florian.

Wat is je favoriete schrijfplek?

Achter mijn schrijftafel, met al mijn boeken om me heen. Maar ik schrijf ook veel in mijn hoofd: in bed, onder de douche of wandelend langs de Kromme Rijn.

Hoe kwam je op het idee voor je debuut?

Mijn debuut heet Feodoor heeft zeven zussen. Ik heb zelf vijf zussen. Met z’n zessen bij elkaar zijn we heel luidruchtig. Dus het begin van mijn boek had ik snel gevonden:

Feodoor heeft zeven zussen,

zeven grote drukke zussen.

Daar zit Feodoor dan tussen.

Wat is het favoriete boek dat je ooit schreef?

Dat is een lastige vraag. Veel boeken zijn me dierbaar, om verschillende redenen. Personages waar je langer mee ‘samen bent’ (doordat je een serie boeken over ze schrijft), worden een soort kinderen van je. Denk aan Aadje Piraatje, Ridder Florian en Ebbie. Ze bestaan voor mij bijna echt – ook omdat ze zo goed getekend zijn.

Roodkapje was een toffe meid is een andere favoriet. Omdat het raps zijn en ik er heel veel plezier mee had tijdens het schrijven. En ik kreeg er een Zilveren Griffel voor. En dan is er nog Hoepel op, Stofballen!, deze is weer om een andere reden bijzonder voor me…

Waarom zouden lezers Hoepel op, Stofballen! moeten lezen volgens jou?

Dit boek (voor 7+) gaat over twee kinderen die een zusje hebben met het syndroom van Down: Mimi. Het is een verhaal met humor, maar het heeft een serieuze ondertoon. Mimi’s bijzondere kwaliteiten komen erin naar voren. Dat vind ik belangrijk. Tegen mensen met down wordt vaak raar aangekeken en schelden met ‘mongool’ is heel gebruikelijk.

Ik heb zelf een jongere broer met down. Of ‘had’, moet ik zeggen; hij is twee jaar geleden overleden. Hij heeft veel voor me betekend en dit boek is ook een beetje een monumentje voor hem.

Heb je een bijzonder moment meegemaakt door het schrijven? Vertel het ons!

Ik vond het bijzonder om te horen dat een jongetje aan zijn moeder gevraagd had om het verhaal Aadje Piraatje - Heimwee voor te lezen op de begrafenis van zijn oma.

In dit verhaal schrijft Aadje een brief (flessenpost) aan zijn moeder die ver weg op een eiland woont:

Mama, ik mis je.

Mama, ik mis je zo.

Zoals Jan z’n hand mist en Goof z’n oog,

zoveel mis ik jou ook.

Ik vond dat ontroerend, ook omdat ik de verhalen van Aadje (ver voordat ze in boekvorm verschenen), aan mijn eigen moeder heb voorgelezen kort voordat ze stierf.

Dilemmavragen / korte vragen.

Koffie OF thee?

Koffie. Zonder een cappuccino achter mijn kiezen ga ik ’s ochtends niet aan het werk.

Links- OF rechtshandig?

Haha, makkie. Rechtshandig. En rechtsbenig. Maar als het moet schiet ik ook met links. Links schrijven vind ik veel moeilijker.

In de ochtend OF in de avond schrijven?

’s Ochtends. Dan heb ik de beste schrijfconcentratie.

Wel muziek OF geen muziek tijdens het schrijven?

Geen muziek. Althans van buiten. Als ik liedteksten schrijf, ontstaat er vaak een eigen melodie in mijn hoofd. Als ik liedteksten schrijf die op bepaalde muziek moeten passen (zoals voor het muziektheater van Frank Groothof), beluister ik die muziek eerst heel vaak totdat het in mijn hoofd zit en dan ga ik pas schrijven.

Schrijven met de hand OF alles uittypen?

Met de hand. De eerste versie(s) schrijf ik altijd met een vulpotlood. Daarna komt pas mijn laptop erbij.

Bedankt voor het beantwoorden van de vragen, Marjet! Wij kijken uit naar de verschijning van De Schminkpietjes en nieuwe samenwerkingen 😉!